De historie herhaalt zich niet, schreef historicus Armand Leenaers uit Heerlen in De Limburger (23 februari 2024). Hij gaat in op vergelijkingen van de jaren ’30 met onze tijd. Rechts-radicale politiek en uitholling van de democratie, samen met economische crises leidden toen tot de Tweede Wereldoorlog. Mensen anno nu die zich zorgen maken om een Derde Wereldoorlog omdat ze dezelfde rechts-radicale politiek en uitholling van de democratie zien, slaan volgens hem de plank mis. Want de geschiedenis rijmt dan misschien wel, hij herhaalt zich nooit, zo citeert Leenaers. Maar daar gaat het toch juist om, om dat rijmen? Welke lessen uit het verleden kunnen we trekken om zo verkeerde stappen in de nabije toekomst te voorkomen?
De wereld van nu is totaal anders dan honderd jaar geleden, stelt Leenaers. Toen hielpen de nazi’s de prille Duitse democratie om zeep, nu hebben we de Europese Unie. Tegenwoordig hebben we een sociale verzorgingsstaat. Er was toen geen NAVO. Enzovoorts. Maar het gaat juist om een scherpe blik op de parallellen, want anders kunnen de genoemde verschillen je in slaap sussen. Juist nu is extreme waakzaamheid geboden. Althans, als de democratie je ook maar iets waard is.
Verschillen zijn er genoeg, dus inderdaad zal een exacte herhaling niet aan de orde zijn. Maar wat uit die tijd rijmt er met nu? De belangrijkste les is volgens mij dat Hitler nooit aan de macht had kunnen komen zonder steun van centrum-rechtse partijen in Duitsland (en verdeeldheid op links overigens). Minstens zo belangrijk voor ons anno nu: regeringen waar centrum-rechts en centrum-links elkaar weten te vinden, bieden de beste garantie op vrede en veiligheid en respect voor de democratie.
Met zevenmijlslaarzen: Duitsland werd na afloop van de Eerste Wereldoorlog in 1918 pas een volwaardige democratie. In een periode van ruim tien jaar regeerden wisselende coalities van de Duitse “PvdA”, “CDA”, “D66” en “VVD” van destijds. De Weimarrepubliek was een progressieve en sociale welvaartsstaat, met sociale wetten, vrouwenkiesrecht en bloeiende kunst, architectuur, literatuur en vrije pers. Maar er waren ook veel tegenslagen, wat angst, armoede en onrust bracht. Dit leidde regelmatig tot geweld op straat (met name in de steden). Er waren vele extreme partijen, zowel communisten als nationalisten. De waarheid werd vaak geweld aangedaan, waarin “de” Joden of “de” socialisten “het” hadden gedaan.
Er kwamen steeds meer rechts-nationalistische partijen, die allemaal de aandacht van de kiezers probeerden te trekken. Hitler kreeg vanaf 1924 de wind in de zeilen door het podium dat tegen hem aangespannen rechtszaken hem boden. Ook was er sprake van een diepgaande landbouwcrisis, waar de NSDAP van wist te profiteren. Onder arbeiders in de steden was nog weinig te winnen, maar conservatieve provincies (Beieren voorop) wist Hitler aan zich te binden. Er werden allerlei haatdragende zaadjes geplant, maar om echt door te breken zette de NSDAP het antisemitisme tussen 1930 en 1932 “in de ijskast”. Want dat zou te veel kiezers afschrikken. De economische crisis door de Amerikaanse beurskrach in 1929 was de ideale bliksemafleider.
In juli 1932 werd de NSDAP voor het eerst de grootste partij en leverde de voorzitter van het parlement. Er waren nieuwe verkiezingen nodig want er kon geen regering worden gevormd. In november 1932 ging Hitlers partij van 37% naar 33% van de stemmen. Geen absolute meerderheid dus, wel weer de grootste. De conservatieve elite besloot hem, mede door een lobby van industriëlen en agrarische grootgrondbezitters, in het zadel te helpen. Ze zouden hem wel even “temmen”. (Een misvatting die overigens ook de oligarchen in Rusland maakten 25 jaar geleden toen ze Poetin in het zadel hielpen.) Wat vervolgens het lot van de Duitse Joden definitief heeft bezegeld vanaf 1933, is dat de haat niet meer alleen in het parlement en in de krant werd verspreid, maar werd omgezet in beleid vanuit de overheid.
Kortom: wees waakzaam. Centrum-rechts in Nederland zal een historische fout maken als ze extreem-rechts aan de knoppen zet. In plaats daarvan zouden centrum-rechts en centrum-links elkaar moeten opzoeken. Om zo de problemen van Nederlanders op de korte termijn zo veel als mogelijk op te lossen. En om vrede en veiligheid in Europa op de lange termijn te garanderen.